Wil u in aanmerking komen voor een letselschade vergoeding na een aanrijding, dan kan dit in de volgende gevallen:
- U kunt de tegenpartij aansprakelijk stellen omdat deze een verkeersfout gemaakt heeft
- Het lichamelijk letsel is ontstaan na een aanrijding als fietser
- Er is een schade inzittendenverzekering (bij een eenzijdig verkeersongeval of indien u zelf een verkeersfout heeft gemaakt.)
Wilt u de tegenpartij aansprakelijk stellen voor lichamelijk letsel na een aanrijding, dan dient u te bewijzen dat de tegenpartij schuldig is. Maar wie heeft er schuld aan een aanrijding? Dit staat in diverse wettelijke regelingen.
In het geval van een aanrijding van achteren, zoals bij een kop-staart botsing, is artikel 19 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van belang. Dit wetsartikel luidt:
"De bestuurder moet in staat zijn zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.”
Een bestuurder van een auto, vrachtwagen of scooter dient dus dusdanig veel afstand te houden dat als het voertuig voor hem stopt, hij of zij nog tijdig kan stoppen zonder dat er een achterop aanrijding ontstaat."
Bij een kettingbotsing is dus in beginsel het achterste voertuig aansprakelijk voor de letselschade van de verkeersslachtoffers.
Andere wettelijke bepalingen waaruit blijkt wie schuldig is bij en aanrijding met lichamelijk letsel zijn:
- artikel 5 Wegenverkeerswet waarin staat dat de persoon die gevaar veroorzaakt aansprakelijk is voor toegebrachte letselschade
- artikel 54 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: bij een uitritconstructie heeft al het verkeer voorrang op de persoon die uit een uitrit komt.