Auto-ongeluk met dodelijke afloop

Het vergoeden van schade na een auto-ongeluk met dodelijke afloop wordt geregeld in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het artikel bestaat uit 2 leden:

• lid 1 gaat over inkomensschade van nabestaanden
• lid 2 gaat over begrafeniskosten

Hieronder zal eerst ingegaan worden op de inkomensschade van artikel 6:108 lid 1 BW en vervolgens over de begrafeniskosten uit artikel 6:108 lid 2.

Naast schadevergoeding op grond van artikel 6:108 BW is er in bepaalde gevallen recht op affectieschade en shockschade. Ook hierover vindt u op deze pagina informatie.

Niet iedere nabestaande heeft recht op een vergoeding van inkomensschade na overlijden van een slachtoffer als gevolg van een auto-ongeluk met dodelijke afloop. De rechthebbenden worden opgesomd in artikel 6:108 BW. Kort samengevat gaat het om de volgende personen:

• de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerd partner en de minderjarige kinderen
• andere bloed- en aanverwanten van de overledene, mits deze reeds ten tijde van het overlijden geheel of ten dele in hun levensonderhoud voorzag of daartoe krachtens rechterlijke uitspraak verplicht was
• degenen die reeds vóór de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, met de overledene in gezinsverband samenwoonden en in wier levensonderhoud hij geheel of voor een groot deel voorzag
• degene die met de overledene in gezinsverband samenwoonde en in wiens levensonderhoud de overledene bijdroeg door het doen van de gemeenschappelijke huishouding

Wilt u weten of u in aanmerking komt voor een schadevergoeding op grond van het eerste lid van artikel 6:108? Neem dan contact op met een letselschade jurist van ons letselschadebureau. Wij helpen u graag en altijd geheel kosteloos.

Op grond van artikel 6:108 lid 1 worden de kosten van levensonderhoud vergoed. Dit is ingewikkeld, want wat wordt er verstaan onder kosten van levensonderhoud?

Door een auto-ongeluk met dodelijke afloop kan het inkomen van de overledene stoppen. Hierdoor kan het zijn dat een partner of kinderen van het verkeersslachtoffer in de financiële problemen komt. Want het wegvallen van inkomen kan betekenen dat de huur of hypotheek niet meer betaald kan worden of de energierekening onbetaald blijft.

Het berekenen van overlijdensschade is uiterst complex. Want wat als een ouder besluit minder te gaan werken om de verzorging van kinderen over te nemen? En hoe zit het met het berekenen van het inkomen van de overledene in de hypothetische situatie zonder dodelijk auto-ongeluk?

Gelukkig hebben onze letselschade juristen geruime ervaring in het berekenen van overlijdensschade als gevolg van een auto-ongeluk met dodelijke afloop. Wij kunnen u in de meeste gevallen ook volledig kosteloos bijstaan. Vraag gerust naar de mogelijkheden of een vrijblijvend adviesgesprek.

Het tweede lid van artikel 6:108 BW gaat over vergoeding van begrafeniskosten. Artikel 6:108 lid 2 luidt:

"Bovendien is de aansprakelijke verplicht aan degene te wiens laste de kosten van lijkbezorging zijn gekomen, deze kosten te vergoeden, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene."

Welke begrafeniskosten er nu na een auto-ongeluk met dodelijke afloop vergoed worden, hangt af van de bijzondere omstandigheden van het geval. De letselschade juristen van ons letselschadekantoor adviseren u graag.

Tot 1 januari 2019 had alleen het verkeersslachtoffer recht op schadevergoeding in het algemeen en smartengeld in het bijzonder. Naasten hadden geen recht op smartengeld, ook al was het leed van deze mensen er niet minder om.

Zeker bij overlijden als gevolg van een auto-ongeluk met dodelijke afloop is het niet eerlijk dat er geen smartengeldvergoeding betaald wordt aan naasten. Daarom is per 1 januari 2019 een derde lid aan artikel 6:108 BW toegevoegd. Deze luidt:

"Voorts is de aansprakelijke verplicht tot vergoeding van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag of bedragen voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, geleden door de in lid 4 genoemde naasten als gevolg van het overlijden."

De schadevergoeding ex artikel 6:108 lid 3 staat bekend als affectieschade en is het beste te vergelijken als een smartengeldvergoeding voor naasten van een verkeersslachtoffer. Onder andere bij overlijden van het slachtoffer is er recht op affectieschade.

Recht op affectieschade hebben:

• partners
• kinderen
• andere personen met een zeer nauwe persoonlijke relatie

De schadebedragen bij affectieschade variëren tussen de € 12.500 en de € 20.000,00.

Wilt u meer informatie over affectieschade? Neem dan contact met onze letselschadespecialisten op. Wij helpen graag en altijd 100% kosteloos.

Bent u geconfronteerd met de gevolgen van het auto-ongeluk met dodelijke afloop? Dan is er ook recht op shockschade. Voor het verkrijgen van een vergoeding van shockschade is vereist dat u het ongeluk gezien heeft of direct bent geconfronteerd met de gevolgen hiervan. Denkt u daarbij aan het zien van het slachtoffer op de plaats van het ongeluk of in het ziekenhuis.

Een tweede voorwaarde is dat er een geestelijk ziektebeeld is ontstaan door de confrontatie. Aan deze voorwaarde is in de praktijk snel voldaan.

In het geval van shockschade wordt alle geleden letselschade vergoed. Hierbij kan gedacht worden aan:

• inkomensschade
• schade door een studievertraging
• medische kosten
• reiskosten
• smartengeld

Vaak wordt gedacht dat het inschakelen van een letselschade advocaat duur is. Bij ons letselschadekantoor is dit niet het geval. Alle juridische kosten verhalen wij bij aansprakelijk persoon of diens letselschadeverzekering.

Wilt u ook gratis rechtsbijstand bij het verhalen van overlijdensschade, affectieschade of shockschade? Onze letselschade specialisten helpen u graag. Dit doen wij altijd geheel kosteloos voor u!

Bel voor gratis rechtsbijstand bij letselschade 0800 278 4626 of vul ons contactformulier in en wij nemen direct contact met u op.

1. Afwikkelingsvoorstel letselschade
2. NAH als gevolg van een ongeluk
3. Aanrijding tussen auto en ambulance, wie heeft voorrang?
4. Wia uitkering als gevolg van een ongeluk
5. Wie heeft er voorrang op een rotonde?