Onder omstandigheden kan de aansprakelijke automobilist zich beroepen op overmacht. Dit betekent dat hij er niks aan kan doen dat de aanrijding is ontstaan. Een verkeersfout van de voetganger of fietser is niet genoeg. Zelfs niet als de fietser door rood licht rijdt. Maar wanneer is er dan wel sprake van overmacht?
Van overmacht wordt slechts gesproken indien de auto, scooter of het andere motorvoertuig rechtens gezien geen enkel verwijt valt te maken ten aanzien van de wijze waarop hij of zij aan het verkeer heeft deelgenomen. Voor de vraag of er succesvol een beroep op overmacht gedaan kan worden zijn de volgende factoren van belang:
- de gereden snelheid van de gemotoriseerde
- hoe goed er geanticipeerd is op de fouten van de ongemotoriseerde
- verlichting van het motorvoertuig en de fiets
- zicht van partijen
- de plek waarop de botsing ontstond
- de reactie op de fout van partijen
Wist u dat overmacht aan de zijde van het motorvoertuig bijna nooit voorkomt en bij kinderen tot 14 jaar zelf niet mogelijk is? Daarom heeft u als voetganger of fietser eigenlijk altijd recht op schadevergoeding.