In de strafzaak die diende bij de rechtbank Groningen ging het om een 11 jarige jongen die met zijn broers op 23 augustus 2022 nog even na het eten zou gaan voetballen in het dorp. Bij het verlaten van de uitrit met de fiets werd het jonge kind aangereden door de auto van de veroordeelde bestuurder. Helaas kwam het kind bij de aanrijding om het leven.
In eerste instantie werd uitgegaan van een tragisch ongeluk en werd de bestuurder niet vervolgd. Immers, het 11 jarige kind dat aangereden werd door de auto had voorrang moeten verlenen. De vader van het kind kon dit niet accepteren. Hij had het ongeluk zelf zien gebeuren en was van mening dat er veel te hard gereden was. Uit onderzoek van camerabeelden bleek ook dat de bestuurder van de auto kort voor de aanrijding nog 104 kilometer per uur reed.
De exacte snelheid van de dader ten tijde van het ongeluk kon niet vastgesteld worden. De dader zelf stelde tussen de 60 en 70 kilometer per uur te hebben gereden. Ook dit was aanzienlijk te hard waardoor de strafrechter in Groningen de veroorzaker van het verkeersongeluk veroordeelde tot een taakstraf van 240 uur. De rechter oordeelde daarbij dat:
"De snelheid was gelet op de situatie en omstandigheden veel te hoog. Verdachte heeft met zijn rijgedrag de verkeersveiligheid in gevaar gebracht. Met lage snelheid had hij nog kunnen reageren."
Naast de taakstraf van 240 uur werd de dader ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd evenals een voorwaardelijke rijontzegging van 2 jaar. De Officier van Justitie had deze straf onvoorwaardelijk geëist.
De rechter oordeelde naast het opleggen van de straf als volgt:
"Er is onherstelbaar leed aan nabestaanden toegebracht. Geen enkele straf kan het veroorzaakte leed ongedaan maken. Verdachte heeft de gevolgen van zijn rijgedrag niet gewild. Ook het leven van de verdachte is voor altijd aangetast."
In deze trieste zaak was de vader getuige van het ongeluk. Hij kan in een civiele zaak een schadevergoeding eisen wegen shockschade. De nabestaanden hebben daarnaast recht op een affectieschade vergoeding. De vader en nabestaanden krijgen het 11 jarige kind hier echter niet mee terug. De vraag is dan ook of de opgelegde straf niet veel te laag is. Weerhoudt een dergelijke lage straf anderen van veel te hard rijden? Het antwoord is waarschijnlijk nee.