Een voorbeeld van een situatie waarbij sprake kan zijn van affectieschade is wanneer een gezinslid komt te overlijden door een verkeersongeval of ernstig gewond raakt bij een ongeval op het werk.
Nabestaanden van de overledene en naasten van het letselschadeslachtoffer met zwaar letsel lijden ernstig verdriet door de gebeurtenis. Deze immateriële schade is het meest te vergelijken met smartengeld voor een slachtoffer van letselschade.
Affectieschade wordt niet zomaar toegewezen. Het moet namelijk wel gaan om een slachtoffer waarmee u een nauwe en affectieve relatie heeft. Dat kan zijn uw partner, vader, moeder, kind, broer, zus, een van uw grootouders of een andere persoon waarmee u een zeer nauwe band heeft.
Bij overlijden van een naaste door een ongeval waarvoor een ander aansprakelijk is heeft u altijd recht op deze vorm van smartengeld. Bij letselschadeslachtoffers moet er een hoog percentage blijvende invaliditeit zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een dwarslaesie of ernstig hersenletsel.