Het is geheel begrijpelijk dat niet iedereen op de hoogte is van de voorrangsregels voor trams. In artikel 15 en 18 RVV 1990 zijn de verkeersregels voor trams opgenomen. Wij bespreken deze hier kort.
De eerste regel houdt in dat een tram op een gelijkwaardige kruispunt voorrang heeft ten aanzien van al het overige verkeer. Zelfs het verkeer van rechts moet voorrang aan de tram verlenen. Dit geldt voor voetgangers, fietsers, scooters en auto’s. Dit betekent echter niet dat trams altijd voorrang hebben. Rijdt u op een voorrangsweg, dan heeft u wel degelijk voorrang ten aanzien van de tram.
De tweede regel houdt in dat de regel “rechtdoor op dezelfde weg gaat voor” niet voor een tram geldt. Indien u dus rechtdoor rijdt, heeft de naar links afslaande tram voorrang.
Voorrangsregels van trams speelt met name bij een aanrijding tussen een auto en tram. In het geval dat u als voetganger of fietser aangereden bent, gelden er bijzondere regels. Deze houden in dat u altijd recht op schadevergoeding heeft. U leest er meer over verderop op deze pagina.
Ook als u bij een aanrijding met de tram passagier van de tram was, kunt u altijd letselschade claimen. Dit is opgenomen in de vervoersovereenkomst. Zorg er wel voor dat u kunt bewijzen dat u ten tijde van de aanrijding met de tram ook daadwerkelijk in de tram zat. Dit kan door een vervoersbewijs te laten zien of door middel van getuigen.