Vroeger werd er een onderscheid gemaakt tussen snelverkeer en langzaam verkeer. Onder snelverkeer vielen auto's en ander gemotoriseerde voertuigen. Langzaam verkeer betrof fietsers en voetgangers. Langzaam verkeer moest daarbij snelverkeer voorrang verlenen. Een fietser van rechts had toen geen voorrang.
Tegenwoordig vallen fietser volgens de wet onder bestuurders, net als auto's, scooters en alle andere motorvoertuigen. Fietsers en motorvoertuigen zijn dus nu voor de wet gelijk. Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt.
De hoofdregel bij voorrang is dat verkeer dat van rechts komt voorrang heeft op verkeer dat van links komt. Nu heeft een fietser van rechts voorrang op fietsers, auto's scooters en alle andere bestuurders.
Op deze hoofdregel zijn wel een aantal uitzonderingen van toepassing:
- verkeer op een voorrangsweg heeft voorrang
- komt u met de fiets uit een uitrit? Dan moet u al het andere verkeer voor laten gaan
Let op: deze voorrangsregels gelden alleen tussen bestuurders en dus niet bij voetgangers. In dat geval hebben bijvoorbeeld voetgangers die rechtdoor gaan op de zelfde weg (van stoep tot stoep) voorrang en dient u te stoppen voor een zebrapad.